Bij het gedicht "Maalhibbel" (Trekwaark blz. 36) hoort de volgende inleiding:
Inleiding tot
KOESKAS
zijnde:
een serie zotte, zonnige, treurige, fleurige en altijd keurig-
nette liedjes en filosofietjes,
geschreven in buien van grote over- en diepe weemoed,
bij nacht en ontij, door uw vriend
Maalhibbel
Later (1943) werd dit uitgebreid tot:
Inleiding tot
D & PIKSEL
zijnde:
een nieuwe serie zonderlinge, zonnige, zotte, treurige, fleurige en altijd keurig-
nette liedjes, geschreven in buien van grote over- en diepe weemoed,
in min of meer begrijpelijke Nederlandse taal, zonder enig ander oogmerk,
dan te dienen tot vermaak en tot verpozing van Schienvat-lezende boeren,
burgers en bankiers, aan- en bijgevuld met stukken proza,
behandelende verschillende onderwerpen des dagelijksen levens,
het geheel zijnde een bonte mengeling van divers getinte brokjes lectuur
zonder enige literaire waarde op schrift gesteld in de vereenvoudigde spelling van 1934
bij nacht en ontij door een niet nader te noemen
PICAMAN
" 't Schienvat" was het personeelsblad van de Rotterdamsche Bank, waar hij in de redactie zat.