EEN JAGER: EI, EI, EI, EI! 

Daar liep een jager op de es
Met weitas en geweer. 
Die liep daar met z'n trouwe hond 
De akkers op en neer. 
Daar speurde hij naar links en rechts, 
Maar ach, zijn spiedend oog 
Zag enkel maar een oude kraai, 
Die door het luchtruim vloog. 

Maar eensklaps stond de jager stil 
En schouderde 't geweer.
Zijn hart dat bonsde in zijn lijf,
Zijn adem ging niet meer... 
Daar voor hem in het knollenloof
Daar zat een haas, zo groot! 
De jager rilde toen hij 't zag.
Hij trilde... en hij schoot! 

De haas keek even achterom 
En ging er toen vandoor. 
Men zegt, dat men bij Burings huis 
Hem uit het oog verloor... 
Maar wel vlogen in 't knollenloof 
De veren in het rond
Van een bejaarde Wyandoth
Die daar zijn einde vond.
 
De jager heeft de scha vergoed
Maar 's zondags in de pot 
Zat bij hem thuis in plaats van haas 
Een taaie Wyandoth!


Uit: De Schoolkrant Roderwolde - december 1960.