TOESPRAAK VAN DE PANKOUKJONGES TE RODEN
Goedenavond, jeugdig paar,
En vrienden hier te saam
Leeft gij hier in vreugde
Dat is ons aangenaam.
Hier zijn tot U gekomen
Een aantal jonge mensen
Om U door ene mond
Veel zegen toe te wensen.
En die zegenwens is mij opgedragen
Nu was eerst mijn vraag
Of het U wel kon behagen
Wij zijn toen U gaan vragen,
Uw antwoord daarop was Ja.
Gij zit hier, o, jonge man
Aanhorend mijne wensen
Met Uw schone vrouw
Uw schoonste van veel mensen.
Want schoner als zij
Was voor U op aarde niet bekend
Die zo uitmuntend stond
In Uw hart geprent.
Veel zegen en geluk
Zoals het God behaagt
Uw tijd hier door te brengen
Met deze jonge maagd.
Hij zal U dan een hart
Van ware liefde geven
Om naar dezelfde eis
Met haar te zullen leven.
Zij is het zwak geslacht
U aller eer beschoren
Zij is Uw vlees
Het vlees voor U geboren.
Zij is het schoonste sieraad
Uw uitverkoren beeld
Uw enig hart en troost
Dat God aan U beveelt.
Wil dus met veel verstand
Met deze vrouw gaan wonen
En met een wijs beleid
Haar trouwe bijstand tonen.
Neem dan mijn woorden
Zo dadelijk ook aan
Zodat zij op de weg
Des levens moge gaan.
Hij zal U dan een hart
Van ware liefde geven
Om naar dezelfde eis
Met haar te zullen leven.
Want een man zonder vrouw
Is gelijk een struik aan 't spinnewiel (?)
Een stilstaand uurwerk
Een leven zonder ziel
En gij, eerwaarde vrouw
Gij zijt nu thans vannacht
Tot ene vrouw verheven.
Die gauw van deze dag
Tot Uw gedachten zweven.
Laat 's werelds ijdelheid
Niet in Uw harte gaan
Maar wil de echte trouw
Thans wijslijk gadeslaan.
Want zie, de echte trouw
Door Jezus U besloten
Die wordt geheel en al
Met liefde waar begoten.
Gij zult dan vruchten dragen
Wellicht nog binnen 't jaar.
Dat zal U veel behagen
Weledel jeugdig paar.
Nu wens ik nog aan allen
Die hier zitten en hier staan
Om deze avond hier
Met vreugde in te gaan.
Goedenavond, jeugdig paar
En vrienden hier te saam.
Leeft gij hier zo in vreugde
Dat is ons aangenaam.
Wij komen U te vragen
Om U een geschenk gaan op te dragen
Wat is hierop Uw antwoord? ...
Het jawoord is er uit
Waarom wij zijn gekomen
Wij komen zo terstond
Wij komen zonder schromen.
Waarschijnlijk is deze tekst al in 1940 opgetekend.
Er is maar weinig over dit gebruik bekend. Het Meertens-instituut in Amsterdam stuurde de volgende aanvulling:
Informatie over Pankoukjonges zoals bovenstaand beschreven ben ik niet tegen gekomen, maar wel enige andere informatie over de rol van (panne)koeken
bij vrijen en huwelijk.
Mogelijk bestaat er toch enig verband met elkaar, want gebruiken verschillen per regio en in de tijd.
In zijn werk De Volksvermaken (Haarlem, 1871) zegt Ter Gouw dat "In Friesland werd bij dien buurvrouwenoptogt, de "solte koek" voorop gedragen, -
een groote pannekoek, wel met suiker bestrooid, maar duchtig gezouten, die een huwelijkssymbool moest verbeelden, even als de peperkoek van Cats.
Zie https://www.dbnl.org/tekst/gouw002volk01_01/gouw002volk01_01_0050.php?q=pannekoek - hl1, p. 546-547
Waling Dystra zegt in Uit Friesland's volksleven (Leeuwarden, 1895. Dl.1):
p. 200-201: In vroeger tijd, meer dan een halve eeuw geleden, bestond in sommige streken de gewoonte dat er des zondagsavonds bij den boer
pannekoeken werden gegeten en kwam er dan een vrijer om de dochter des huizes of om de dienstmeid, dit was 't zelfde, hij kon deelnemen aan den
maaltijd, ook al had het meisje niet bijzonder veel met hem op. Gewoonlijk gebruikte men het gebak met vet en stroop, maar kreeg een vrijer boter en
suiker op de pannekoek, dan kon hij zich verzekerd houden hoog aangeschreven te staan. Later, toen het pannekoekbakken op zondagavond reeds lang was
afgeschaft, bleef de spreekwijs nog bestaan: "Hij krijgt de pannekoek met suiker" als er sprake was van een vrijer, die aan huis van zijn meisje
bijzonder vriendelijk werd ontvangen.
p. 205-206: Het vieren van een bruiloft op groote schaal behoort bij welgestelde lieden tehuis. Velen laten het afloopen met eene bijeenkomstvan
wederzijdsche familieleden en de naaste buren. Maar dan wordt er meestal "voorbruiloft" gehouden; dit noemt men in sommige streken gearjift, in
andere feinte- of fammebrilloft, jongens- of meisjes bruiloft.
De bruidegom noodigt dan voor het huwelijk zijne kameraads en vrienden in de ouderlijke woning op een avondfeestje. Evenzoo ontvangt de bruid hare
vriendinnen. Zulk een meisjesvoorbruiloft wordt in sommige streken ook wel lastig gevallen door "struner's" en dit is geen wonder, want het gaat er
daar altijd tamelijk luidruchtig toe en er wordt veel gezongen. Het woord gearjijt, gaargift, beteekent: giften samenbrengen. Vroeger brachten de
genoodigden op zulk eene bijeenkomst ieder een geschenk mede, dienstig voor de huishouding van het jonge paar. Thans geschiedt dit niet meer, maar
worden de geschenken vooraf bezorgd of later gezonden, ook nog wel als de jonggetrouwden hunne woning reeds hebben betrokken.
D.J. van der Ven heeft het in Van vrijen en trouwen op 't boerenland (Amsterdam 1929, p. 20-22) er alleen over dat in Volendam op de dag van
aantekenen vrienden allerlei attributen worden opgehangen die verwijzingen zijn naar het beroep van de bruidegom/bruid of haar/zijn minder goede
kanten, en wordt op drank getracteerd.
Voor allerlei informatie over vrijen en trouwen in Nederland in de 18e eeuw is Volksgebruiken der Nederlanders bij het vrijen en trouwen (Utrecht
1823) van J. Scheltema een informatieve bron.
Verder noemt G. Kuipers dit gebruik in zijn boek: Volksleven in het oude Drenthe".