Op en om de Helterbult

De eerste twee brieven verschenen onder de naam "Breivm van de Helterbult".
Het begon met het stukje:
Beste Mans en Hillegie!
Nou, doar zaag wai roar van op, Alaaidoa en ik, doe wai vleed'n Dunnerdag die breif van joe kregen. 't Was ja ok al zo'n toer leed'n, daw wat van joe heurd hadn, daw al host vergeten wazn, daj nog bestunnen.

Uit een interview in het Maandblad Drenthe van mei 1986:
"Na de oorlog ben ik met juffrouw Clewits in de Leekster Courant stukjes gaan schrijven. Ik kende haar, omdat ze een schoolvriendin van mijn moeder was. 
Nadat wij eens gevraagd waren samen een revue te schrijven voor de voetbalclub, zei ik: kunnen we niet eens wat voor de krant schrijven. Ik ben toen naar Bronsema van de Leekster Courant gestapt en die was meteen zo enthousiast dat hij zei: En ik doe het niet veur niks! 
Zo zijn Mans en Hillechie ontstaan. 't Was een soort dorpskroniek waarin nieuwtjes werden uitgewisseld. Ik stelde juffrouw Clewits op de hoogte van de stand van zaken in Roden en zij ging daar dan weer op in. 
't Kwam zo echt over, dat toen Hillechie mij schreef dat ze van Hengelo, waar we haar lieten wonen, wel weer terug wilde naar Roden, er iemand huizenruil voorstelde. 
Na de samenwerking met juffrouw Clewits ben ik met de rubriek begonnen: Van Kwietnieters en Kweitneiters." 

De briefkaart met het voorstel van huizenruil is bewaard gebleven!