BUREAUCRATIE 1940 of P.B.H. 

Ik heb zeer graag van tijd tot tijd
Een kippenei bij het ontbijt
Dus kocht ik spijkers en wat hout
En heb 'k een keurig hok gebouwd
En daarna schaft'ik mij een haan
Benevens zeven kippen aan.
Ik gaf ze voer, ik gaf ze gras
En ik was danig in mijn sas
Al was 't dan ook geen zuiver ras
Zo met papieren.

Op zek're dag zetten een heer
Zijn rijwiel voor mijn woning neer.
Hij belde aan met zeer veel gratie
En sprak: "Ter inventarisatie
Van 't aantal kippen in ons land
Zou 'k graag uw dieren tellen, want
Er is, mijnheer, maar weinig voer
Voor kippenhouder en voor boer!"
Daarna schreef hij met veel bravour
In zijn papieren.

Wat later kreeg ik van 't bureau
Der Landbouwcrisisdienst of zo
Een kaart, waarop ik dan en dan
Van vijf tot zes, ten huize van
Een landbouwcrisisambt'naar-boer
Een kaart kon krijgen voor het voer.
Toen ik daar kwam, stond op de stoep
Voor het bureau een grote groep
Van lieden, boeren van beroep,
Met hun papieren.

Ik wachtte kort, ik wachtte lang,
Maar eind'lijk stond ik in de gang.
Wat later zelfs nog drong ik door
Tot in de kamer, thans kantoor.
Ik overhandigde mijn kaart
En wachtte daarna weer bedaard.
Wat meisjes zaten daar en zij
Stonden trouw hun meester bij
Want 't was een hele zoekerij
In de papieren.

Papieren lagen daar in 't rond
Op de tafel, op de grond,
Op de divan, op een plank,
Op de klok en op een bank,
In een kist en in een kast.
In één woord: een wonder was 't!
Men weet, hoe 't in de drukte gaat:
Een grote spoed brengt zelden baat.
De meisjes wisten haast geen raad
Met de papieren.

Het scheen een moeilijk werkje, maar
Na enige tijd was men toch klaar.
En sprak zeer opgelucht: "Zie hier."
En toen kreeg ik een groot papier,
Waarop zeer klaar vermeld stond, dat
Ik enkel zeven kippen had.
Weshalve ik als zo menig boer
Kon fluiten naar mijn kippenvoer.
En zo zullen dan voortaan
Mijn zeven kippen en mijn haan
Wel hong'rig naar hun stokje gaan
Ondanks de papieren!


Op 5 februari 1939 werden voor negen gulden zes kippen, een haan en wat toebehoren aangeschaft.
De opbrengsten waren constant, maar niet hoog: 1 ei leverde drie of vier cent op.
In oktober 1940 werd alles inclusief een groot kippenhok verkocht.